Bescherming voor klanten en medewerkers
De ventilatie in binnenruimtes moet voldoen aan de voorwaarden in het bouwbesluit en passen bij de bestemming van de ruimte, zodat de lucht vaak genoeg wordt ververst.
Ventilatoren kunnen gebruikt worden voor persoonlijk gebruik. In gemeenschappelijke ruimtes wordt geadviseerd alleen ventilatoren te gebruiken wanneer er geen andere verkoeling mogelijk is. Let er dan wel op dat de luchtstroom van de ventilator niet direct van de ene persoon naar de andere gaat.
Het algemene advies luidt: zorg voor zoveel mogelijk toevoer van buitenlucht. Dat zal helpen om besmette lucht te verdunnen en ziektekiemen uit het gebouw te laten verdwijnen. Het gaat daarbij om een zo groot mogelijk volume aan verse lucht per persoon. Zijn er weinig medewerkers aanwezig, verspreid ze dan toch zoveel mogelijk over het hele gebouw.
Voor gebouwen met mechanische ventilatiesystemen is het advies: zet het systeem eerder aan en zet het later uit dan anders. Beter nog is om het ventilatiesysteem 24 uur per dag draaiende te houden. Zodra er geen mensen meer in het gebouw zijn, kan dat eventueel in een lagere stand. In toiletgebouwen moet het ventilatiesysteem in ieder geval dag en nacht aanstaan.
Voor gebouwen zonder mechanische ventilatie zit er niets anders op dan vaker de ramen open te zetten. Zet bijvoorbeeld alle ramen een kwartier open zodra gebruikers een ruimte binnenkomen. Daarbij gaat de gezondheid van de medewerkers in dit geval boven het gebrek aan thermisch comfort.
Let wel op bij het openzetten van ramen in toiletruimtes: de verontreinigde lucht van een toiletruimte kan de andere ruimtes binnendringen. Het is in dat geval beter de ramen in de toiletruimte dicht te houden. Als dit geen optie is, omdat de toiletruimtes geen goed ventilatiesysteem hebben, hou dan ook de ramen in de andere ruimtes open.